Henk Pijlman, voorzitter College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen, vindt dat het hoger onderwijs niet op rendement afgerekend moet worden, maar op maatschappelijke waarde. Dat meldt Dagblad van het Noorden.
Pijlman vindt het oneerlijk dat hogescholen ‘gestraft’ worden voor het aantal studenten dat langer dan vijf jaar over hun studie doet. Volgens hem zijn er vaak erg goede redenen waarom sommigen extra tijd nodig hebben. Hij zou daarom graag zien dat de maatschappelijke waarde vooropgesteld wordt in de beoordeling.
Desondanks vreest Pijlman dat het ministerie van onderwijs de Hanzehogeschool een boete van bijna drie miljoen euro geeft. Deze manier van financieren heeft volgens hem niet alleen gevolgen voor het onderwijs, maar voor de hele samenleving. De tweedeling tussen hoger en lager opgeleiden begint al vroeg. Kinderen van hoger opgeleiden gaan naar de kinderopvang, kinderen van lager opgeleiden niet. Ook brugklassen bestaan tegenwoordig nauwelijks nog uit meerdere niveaus. Pijlman vindt het een zorgelijke ontwikkeling en spreekt zelfs van ‘de nieuwe verzuiling’ in de samenleving.
Een nieuwe vorm van bekostiging biedt volgens Pijlman uitkomst. Henriëtte Maassen van den Brink, voorzitter van de Onderwijsraad, is het met hem eens. De kwaliteit van hogescholen moet voorop staan. Daar moet ook de bekostiging aan gekoppeld worden. Wat een student heeft geleerd en in de praktijk brengt, is volgens hen vele malen interessanter dan het aantal diploma’s dat in een schooljaar is behaald.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids