Marja Ruijterman

(Deelnemers: Mark, Jolande, Geert, Emile, Diederik, Sijbrand en Alexander.)

De deelnemers zitten er stuurs en onderuitgezakt bij. Daar zitten ze niet op te wachten: een training Samenwerking. Gerdi Verbeet stuurde ze omdat ze het zo zat was. Al die op niets uitdraaiende vechtdiscussies, jarenlang. Samenwerken is de nieuwe boodschap.

Door Marja Ruijterman

“Moet dat nou, Gerdi?” vraagt Emile. “Ja, ik heb er schoon genoeg van. Jullie moeten maar eens goed naar jullie zelf kijken en leren hoe je kunt samenwerken. Het volk heeft behoefte aan constructieve actie en betrouwbaarheid. Wat jullie laten zien is puberaal gedoe en het is tijd dat jullie nou es volwassen worden.” “Ja maar” zeggen ze tegelijkertijd. “geen gejamaar” zegt ze streng over haar brilletje kijkend. “Huphup aan de slag.”

Nu zitten ze zwaar geïrriteerd voor me. Geert kijkt verongelijkt en speelt met zijn pen. Sijbrand staart wezenloos voor zich uit en trekt met zijn neus, Emile glimlacht ontdeugend en maakt een grapje, Jolande zegt: “Ja luister, ik heb hier eigenlijk helemaal geen tijd voor… ik moet campagne voeren” Alexander zit te wippen op zijn stoel en kijkt onrustig van links naar rechts en Diederik roept terwijl zijn been zenuwachtig op de grond trilt: “Nou, jaag die training er maar even doorheen dan kunnen we ons weer met zinnige dingen bezighouden…”

Maar ja, zo zijn we niet getrouwd. Natuurlijk is het geen kattenpis zo’n groep met weerstand. Gelukkig heb ik er ervaring mee. Heb heel wat politiemensen getraind die wel moesten en niet wilden en het lukte me steeds beter om de zin er in te krijgen. Ik laat dan ook weten dat ik het wel begrijp en dat ik het ook zou hebben als ik hen was: “jullie hebben natuurlijk haast en een hoop te doen voor de verkiezingen. Tja… we zitten hier nu toch bij elkaar… zullen we kijken of we de tijd interessant kunnen invullen?

Geert antwoordt: “Ik wil wel democratisch overleg hoe we het gaan invullen…” Alexander: “Democratisch… je kan me wat… moet je kijken wie het voor het zeggen heeft in jouw partij…” “Oké, blaas maar even stoom af. Even mag je klagen en dan mogen jullie alleen nog constructief met elkaar praten.” “Hoe bedoel je dat, constructief? vraagt Mark. “Jullie mogen een uur lang met elkaar praten over wat wel mogelijk is. Neem een item wat jullie allemaal raakt: wat vinden jullie bijvoorbeeld van het onderwerp ‘duurzaamheid?’ “Duurzaamheid? Een linkse hobby… daar heb ik helemaal niets mee.” zegt Geert. “Ben jij ook zo'n verschrikkelijk links groensujet, Marja? Doe normaal vrouw! Ik wil het over de Islamisering hebben, dit land gaat naar de haaien met al die boerka’s.” Jolande vindt het juist wel een goed idee. “Eindelijk iemand die me begrijpt… onze kinderen hebben recht op een schone toekomst en als jullie dat niet begrijpen zijn jullie geen knip voor de neus waard!”

Ik geef de volgende opdracht: “binnen een kwartier hebben jullie een onderwerp met elkaar gekozen. Ik kom straks wel terug.” Ik adem even uit op de gang… loop wat rond en kom na een kwartier terug.

Oei, een enorm gekrakeel klinkt me al tegemoet voor ik de deur open doe. Als ik binnenkom staat iedereen door elkaar heen te schreeuwen. “Stilte!” roep ik. “Afgelopen! Wat is het probleem?” Emile: “Geert scheldt me uit voor vieze Stalinistische Islamietenvriend”. Geert: “maar hij zegt dat ik me alleen richt op de Islam terwijl ik heel lief voor ouderen ben. Jolande roept verhit: “Ze willen niets met duurzaamheid dat stelletje vervuilers.” Diederik roept: “Jullie moeten allemaal je mond houden! Ik weet wat het volk wil!” Sijbrand zegt bedachtzaam: “ik begrijp jullie allemaal wel… jullie hebben allemaal gelijk.” Hij draait als een tol in het rond en geeft iedereen een snoepje.” Alexander roept: “Geert doet hatelijk over mijn roze broek, met z’n geblondeerde haaruitgroei… daar zou ie tax over moeten betalen!” “Als je het nog één keer over mijn haar hebt dan blijf ik het altijd zo dragen!” sneert Geert.

Het is tijd voor de evaluatie. Iedereen heeft zich uiteindelijk aan de opdracht gehouden. Het onderwerp werd unaniem ‘het ouderenpensioen’. Ze stelden zich allemaal constructief op en zie: binnen een uur waren ze eruit. Glunderend van trots kijken ze me aan. Ik geef ze een welgemeend compliment dat het ze is gelukt.

Dan vraagt Mark: “Zeg, Mar… nu zitten we ermee… we zijn het eens. Hoe moeten we ons nu profileren naar de burger? Er is geen verschil meer tussen ons. We hebben het probleem opgelost. De journalistiek gaat dit saai vinden…”

“Nou dat mogen jullie verder samen oplossen”, zeg ik tevreden. “Jullie hebben nog tot 12 september dus veel plezier.”

Volgende week werk ik met de longartsen en het bestuur van de VUmc.

© Nationale Onderwijsgids / Marja Ruijterman